04 okt Financieel dagblad
Artikel Financieel Dagblad 30 april 2022
Door: Iris Hannema
Steeds meer mensen mediteren of hebben er een (gestrande) poging toe gedaan. Het zou hoofdrust bieden en een halt toeroepen aan de oeverloze gedachten die ons dagelijks non-stop te binnen schieten. Christianne Vink (1977), arbeids- en gezondheidspsycholoog en voormalig docent psychobiologie aan de Universiteit van Amsterdam, behandelt in haar praktijk veelal hoogopgeleiden met burn-out- en stressklachten. In haar toolbox zit ook meditatie: ‘Voor mij is de kern van meditatie dat je met mildheid en compassie naar jezelf en anderen kunt kijken.’
Ze ziet er uitgerust en ontspannen uit, met een opvallend mooie huid en sprankelende ogen. Op de achtergrond bungelt een witte hangmat. Christianne Vink werkt momenteel halve dagen omdat ze herstellende is van een zware hersenschudding die ze opliep nadat ze in een kettingbotsing belandde. Een auto reed met grote snelheid achter op haar stilstaande auto in. Vooral haar concentratievermogen heeft er nog onder te lijden. ‘Het geeft me wel nieuwe waardering voor mijn lichaam dat het normaal zo fantastisch doet.’
Stil zitten, ogen dicht, voeten op de grond, diep in- en uitademen en een mantra herhalen. Is dat meditatie?
‘Dat is een te nauwe definitie. Meditatie is eigenlijk een parapluterm voor allerlei soorten mentale training. Er zijn verschillende vormen, van de bekende mindfulness en metta meditatie tot hypnose en yoga nidra. Het zijn onderdelen van wat ook wel niet-slaap diepe rust (NSDR) genoemd wordt en ze hebben veelal één gemene deler: de ademhaling. Vertraagd ademhalen stelt je zenuwstelsel in staat om parasympatisch te functioneren: je lichaam komt uit de overlevingsmodus en gaat herstellen. Je spierspanning en stresshormonen gaan bijvoorbeeld omlaag en je spijsvertering wordt actief. Het is bedoeld als een herstellend pauzemoment waarin je aandacht schenkt aan je binnenwereld en even nagaat bij jezelf: hoe voel ik me, waar denk ik over na, wat is belangrijk voor mij, wat heb ik nu nodig? Op deze manier dagelijks even tot stilstand komen kan binnen een paar minuten al leiden tot herstel. Juist het alterneren tussen inspanning en herstel houdt ons gezond en flexibel om met de uitdagingen van alle dag om te gaan.
Zelfhypnose, hoe werkt dat?
‘Hypnose is een westerse vorm van meditatiebeoefening en in de afgelopen decennia een beetje uit de mode geraakt maar daardoor niet minder effectief. Het werkt snel, je kunt je al in één minuut beter voelen. Een hypnotische staat is een staat van zogenaamde absorptie, een flow waarin je sterk geconcentreerd bent op een stem, ingesproken audio bijvoorbeeld, die je naar een veranderde staat brengt waarin het onderbewustzijn dominant is en toegankelijk voor suggestie. Een hypnotische suggestie is een idee of concept dat door het onderbewustzijn kan worden overgenomen en werkelijke verandering teweeg kan brengen in hoe we zaken interpreteren. Zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat pijnbeleving beïnvloed kan worden door hypnose waardoor minder pijnstilling nodig is. In mijn praktijk merk ik dat het ook kan bijdragen aan de ontwikkeling van meer rust en veerkracht: mensen herstellen beter.’
En welke ontspanningsmethode raad jij de drukbezette mens aan?
‘Verschillende vormen van meditatie werken op verschillende breinnetwerken maar ook op het lichaam en het subjectief welbevinden van mensen, hoe iemand zich voelt. Niet alleen de methode verschilt, maar ook de effecten die het heeft. Ik probeer daarom altijd goed te kijken waar de klachten van mensen zitten en wat hun doel is. Klassieke meditatie vormen verminderen bijvoorbeeld de activiteit in het Default Mode Network in je hersenen, ook wel ‘het verwerkingsnetwerk’ of ‘zelfbewustzijnsnetwerk’ genoemd. Dat kan nuttig zijn als je veel aan het piekeren bent. Wil je beter leren focussen en minder snel afgeleid worden, dan kan zelfhypnose zinvol zijn. Het stimuleert de activatie van het Central Executive Network in het brein, dat cruciaal is voor het verwerken, opslaan en onthouden van informatie. Als je echt oververmoeid bent, kan mediteren voelen als een te grote mentale inspanning. Dan is Yoga Nidra, ontspannen via een audiostream waarbij je niets hoeft te doen, een beter startpunt.’
Is je even concentreren op je binnenwereld altijd nuttig?
‘Niet voor iedereen. Je hebt mensen die erg gefocust zijn op hun lichaam en op lichamelijke sensaties, ongemak of pijn, bijvoorbeeld. Zij zijn er meer bij gebaat om een meditatieoefening te doen waarmee ze hun aandacht juist naar buiten richten. Ook kan het voorkomen dat mensen door meditatie in contact komen met oude pijn, dan kan professionele ondersteuning helpen. Er zijn vast ook mensen die er meer bij gebaat zouden zijn om bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in een bejaardentehuis te gaan doen. Iets betekenisvols doen voor anderen kan soms meer welzijn opleveren dan tien minuten per dag een meditatieapp te gebruiken.’
Meer ontspanning, minder stress, is dat niet ieders doel?
‘Niet per se, want iemand die bewust uit de ratrace stapt, riskeert dat er inzichten naar boven komen die we liever onderdrukken. Dat is ook vaak de reden dat mensen maar doorrennen: wezenlijke vragen kunnen soms angstaanjagend zijn en grote consequenties hebben. In mijn praktijk zie ik regelmatig mensen die zich, in of na een burn-out, realiseren dat ze eigenlijk twijfelen over hun leven, partner of werk. Cliënten die zich angstig voelen laat ik daarom ook niet zomaar met meditatie beginnen. Tegelijkertijd kunnen angstige mensen juist veel baat hebben bij meditatie, maar wel onder begeleiding en op het juiste moment.’
Privé en zakelijk lopen tegenwoordig vaak in elkaar over. Zijn onze levens wellicht niet te vol, te druk?
‘Veel van mijn cliënten ervaren het leven zo, ja. De grote vijand van onze concentratie is te veel tegelijk doen en het switchen tussen al die taken. Switchen zorgt voor veel cognitieve belasting. Een voorbeeld: je bent bezig met het schrijven van een belangrijk rapport en tussendoor beantwoord je je WhatsApp en check je je mail. Gevoelsmatig is dat misschien een kleine switch, maar het heeft een grote impact op de hersenen. De aandacht die je besteedt aan andere taken, appen en mail lezen, blijft zo’n vijftien tot twintig minuten in je brein hangen, dat wordt in de cognitieve psychologie ‘attentie residu’ genoemd. Gevolg is dat je niet meer ten volle geconcentreerd bent op je hoofdtaak. Door het trainen van aandacht, bijvoorbeeld door meditatie, kun je leren langer je concentratie vast te houden en niet continu door externe prikkels of gedachtes afgeleid te worden.’
Is meditatie misschien ook gewoon maar symptoombestrijding bij een druk leven (en kunnen we dat dan niet beter aanpakken)?
‘Voor sommige mensen is het wellicht symptoombestrijding, maar vaak is dat ook gewoon het beste dat ze op dat moment kunnen doen. Ideaal gezien is er een uitgekiende balans tussen inspanning en herstel nodig om onszelf gezond te houden. Veel mensen werken hard, maar nemen niet voldoende tijd voor ontspanning en herstellen zo onvoldoende. Ik raad kenniswerkers die een grote werkdruk ervaren aan om te beginnen met meerdere keren per dagen kleine pauzes te houden. En dan niet op je telefoon kijken want dan blijf je jezelf informatie toedienen maar echt even niets doen zodat je hersenen in de verwerkingsstand kunnen komen: twee minuten uit het raam staren, een stukje wandelen of de kantoortrap op en af. Weten hoe je in je werkomgeving tot jezelf moet komen is goud waard.’
De drukbezette mens moet leren niksen…
‘Absoluut. Niks doen is hartstikke gezond en zou voor kenniswerkers echt aangemoedigd moeten worden. Ik zie het ook niet als niksen maar als informatie verwerken. Ik doe voor mijn werk veel literatuuronderzoek. Als ik daarna even in mijn hangmat ga liggen, zonder muziek, zonder tv, laat ik die gefocuste aandacht los en kan ik even uitzoomen zodat ik verbanden en associaties kan gaan zien. Inmiddels weten we dat je na het inlassen van twintig minuten rust informatie beter verwerkt en opslaat. Dat kan een meditatieoefening of een ontspanningsoefening zijn, maar ook een powernap van twintig minuten kan zorgen voor kwalitatief beter werk.’